Garanties in overnamecontracten

Garanties in overnamecontracten

In 2019 is een vonnis gewezen waarbij de tekst van de garanties bij een bedrijfsovername centraal staan (ECLI:NL:RBROT:2019:4356).

De feiten lagen, vereenvoudigd, als volgt:
Aandeelhouders A en B houden de aandelen in X. B.V. Koper koopt in november 2009 25% van de aandelen in X BV, met een optie voor nog eens 35%. In de koopovereenkomst van 2009 (eerste overeenkomst) is een balansgarantie opgenomen die onder meer bepaalt dat het eigen vermogen op 31 december 2008 € 9 miljoen bedraagt.

In 2011 wordt door een derde een claim ingediend bij X BV. X BV achtte het risico van die claim zo gering dat daarvoor in de balans van 2011 geen voorziening opneemt. Wel wordt de claim in de jaarrekening genoemd.

In 2012 koopt de koper het tweede pakket van 35%, waarop de optie recht geeft. In de overeenkomst van 2012 (tweede overeenkomst) worden onder meer de volgende bedingen opgenomen:

  • beding 1: “Voor schulden en/of verplichtingen die niet voorzien zijn in deze jaarrekening (bedoeld wordt de jaarrekening 2011) zullen A en B ieder voor 37,5% aansprakelijk zijn” en
  • beding 2: “De bepalingen van de overeenkomst van november 2009 zijn onverkort van toepassing op deze overeenkomst”.

Nadat de tweede overeenkomst is uitgevoerd, wordt de vordering van de derde tegen X BV tegen de verwachting in, toegewezen. Achteraf blijkt dus dat ten onrechte in 2011 geen voorziening voor de claim van de derde is opgenomen. De koper vordert schadevergoeding op grond van beding 1 en 2.

Hij krijgt bij de rechtbank echter nul op rekest. De rechtbank legt de bedoeling van partijen uit aan de hand van het bekende “haviltexcriterium”: De stelling van koper dat met beding 1 zou zijn bedoeld dat A en B aansprakelijk zijn omdat geen voorziening was opgenomen, verwerpt de rechtbank. Zij overweegt dat het woord “voorzien”, zoals gebruikt in beding 1, meerdere betekenissen heeft: 1.) met een bepaalde mate van zekerheid te verwachten, of 2.) als voorziening in de jaarcijfers. Deze laatste betekenis wordt, als te specifiek in dit geval, door de rechtbank verworpen. Daarbij maakt de rechtbank een duidelijk onderscheid tussen  ‘jaarrekening’ en ‘jaarcijfers’: de jaarrekening omvat mede een toelichting op de cijfers. In de jaarrekening werd de claim wel genoemd, hoewel die niet in de balans (jaarcijfers) was opgenomen.
De stelling dat in beding 2 moet worden gelezen dat (ook) een garantie voor de balans 2011 wordt gegeven, verwerpt de rechtbank. Zij overweegt dat een garantie expliciet moet worden overeengekomen en dat voldoende duidelijk wordt aangegeven waarop de garantie betrekking heeft (jaar en bedrag). Dat was hier dus niet het geval.

Maar hoe zit het dan met de uitleg (Havitex?), zult u wellicht denken. Het is toch logisch dat partijen met beding 1 een voorziening in de balans bedoeld hebben en met beding 2 een garantie voor de balans van 2011. Waarschijnlijk wel, maar hier komt een stukje procestechniek om de hoek kijken: omdat de koper geen nadere feiten en omstandigheden heeft gesteld die betrekking hebben op de uitleg, kan enkel worden uitgegaan van de tekst van de overeenkomst, aldus de rechtbank.

Les 1 van deze uitspraak is dat de overnameovereenkomst en in het bijzonder de garanties daarbij zo specifiek moeten worden vastgelegd dat over de bedoeling geen misverstand kan bestaan.
Les 2 van deze uitspraak is dat als dan toch nog een geschil over de uitleg ontstaat, voldoende feiten en omstandigheden moeten worden gesteld om de rechter te overtuigen van de eigen uitleg.
In een overname-overeenkomst kan behalve op les 1 ook op les 2 worden voorgesorteerd.

Als u hierover meer wilt weten, kunt u met ons contact opnemen.
Heeft u vragen hierover neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met:  robvanbuul@sbadv.nl of info@sbadv.nl